Bateria Onderbouw (Klik hier voor de partijen van “Drop Die Beat”)
Drop Die Beat PowerPoint (Klik hier voor de Presentatie)
Alle Partijen
Percussie 1
Percussie 2
Percussie 3
Percussie 4
Percussie “Drop die Beat”
Dit nummer heb ik speciaal gecomponeerd voor leerlingen in de onderbouw die voor het eerst kennis maken met complexe ritmes. Het voor en na spelen op slaginstrumenten is iets dat op de basisschool ook wordt gedoceerd in de muzieklessen, maar nu de leerlingen wat ouder worden, kunnen ze ook complexere ritmes verwerken. Daarnaast is het goed voor hun motorische ontwikkeling, die in deze periode rare sprongen maakt vanwege de groeispurt. Drop die Beat wordt aangeleerd vanuit visuele en auditieve overdracht, zonder daarbij bladmuziek te gebruiken. Zo kunnen de leerlingen zich volledig focussen op het instrument dat ze bespelen. De differentiatie in verschillende niveaus zorgt dat er voldoende ontwikkelingsstappen zijn voor de beginnende spelers en voldoende uitdaging voor de wat verder ontwikkelde speler.
Omschrijving van de opdracht
In deze les leert de klas de compositie ”Drop die Beat” (Roy van Lent 2017) spelen op percussie instrumenten. Er zijn 4 niveaus die allen uitgevoerd kunnen worden op divers instrumentarium. De differentiatie in niveau zit in het ritme dat gespeeld wordt, oftewel de kwantiteit van de noten en de complexiteit van ritme (Geerts & van Kralingen, 2016). Het aanleren van het stuk gaat niet via bladmuziek maar in praktijkoverdracht. Voorafgaand aan het praktijkgedeelte van de les kun je met behulp van een presentatie uitleggen wat de bedoeling is. Percussie instrumenten zijn vaak wat makkelijker direct te bespelen. Bedenk wel eerst goed welke instrumenten je wilt gebruiken en of je daar iets voor moet voorbereiden. We gebruiken enkel ongestemde instrumenten.
In deze les wordt er 5 minuten gerekend voor opstart tijd en 5 minuten om de les af te ronden en op te ruimen.
Aan het eind van deze les:
- Kunnen de leerlingen basale ritmes spelen op een percussie instrument
- Weten ze welke instrumenten in een samba percussie band (Bateria) spelen
- Spelen ze het gehele stuk samen en klinken er verschillende partijen tegelijkertijd.
Aandachtspunten:
- De ritmische/motorische ontwikkelingen bij pubers gaan niet gelijk op voor iedereen. Sommigen zullen het sneller onder de knie hebben dan anderen. Dit heeft te maken met lichamelijke ontwikkeling van de leerlingen. Houdt daar rekening mee.
- Als er leerlingen in de klas zijn die zelf al les hebben op een percussie instrument zullen ze deze partijen heel makkelijk kunnen spelen. Je kunt hier creatief mee om gaan door bijvoorbeeld leerling te laten “co-teachen” of ze zelf een extra partij te laten improviseren.
- Wissel af en toe van dirigent. De leerlingen worden nu niet belemmerd door bladmuziek en kunnen wat vrijer te werk gaan.
Domeinen en Kernvaardigheden
- Domein Musiceren
- Domen Beluisteren
- Kernvaardigheid Produceren
- Kernvaardigheid Presenteren
- Kernvaardigheid Beleven
Leerdoelen:
- Auditief en fysiek overnemen van een gespeeld ritme
- Spelen met grote dynamische verschillen
- Hoe werkt een percussie instrument
- Gezamenlijk musiceren
- Leerlingen zijn bekend met begrippen als, dynamiek, tempo en accenten
De Presentatie (25 minuten)
De opdracht (Slide 1)
Aan de hand van een filmpje van een Bateria krijgen de leerlingen direct een beeld wat de opdracht van de dag is. Zonder al te lange uitleg laat je eerst het filmpje zien.
De Bateria (Slide 2)
Op deze slide gaan we de verschillende instrumenten benoemen. Ook laten we kort horen hoe dit instrument zou klinken in onze eigen eigen compositie dmv een geluidsbestand die ten gehore wordt gebracht als je op het plaatje klikt.
We laten horen:
Surdo’s: Marcacao, Respondor, Cutador (laag, midden en hoge trom)
Repinique: Solistische trom
Pandeiro: Handtrommel met metalen schellen (effecten)
Surdo (Slide 3)
Je ziet de Surdo partij op het scherm en er is een linkje naar een geluidsbestand om te laten horen wat er op de bladmuziek staat. Speel het eventueel zelf mee met het bestand of nog een keertje extra daarna. Je kunt de partij vast “droog oefenen” door de leerlingen het ritme mee te laten klappen. Dit geeft meer rust dan direct met de trommels aan de slag te gaan.
Repinique (Slide 4)
Je ziet de Repinique partij op het scherm en er is een linkje naar een geluidsbestand om te laten horen wat er op de bladmuziek staat. Speel het eventueel zelf mee met het bestand of nog een keertje extra daarna. Je kunt de partij vast “droog oefenen” door de leerlingen het ritme mee te laten klappen. Dit geeft meer rust dan direct met de trommels aan de slag te gaan.
Pandeiro (Slide 5)
Je ziet de Pandeiro partij op het scherm en er is een linkje naar een geluidsbestand om te laten horen wat er op de bladmuziek staat. Speel het eventueel zelf mee met het bestand of nog een keertje extra daarna. Je kunt de partij vast “droog oefenen” door de leerlingen het ritme mee te laten klappen. Dit geeft meer rust dan direct met de trommels aan de slag te gaan.
Oefenen en uitvoeren (15 minuten)
Dan is het tijd om te gaan spelen. De docent heeft nu de rol van dirigent. Hij of zij geeft aan wanneer welke partij gespeel gaat worden. Het leukste is als er een opbouw zit in het te spelen stuk. Eerst de Surdo, daarna de pandeiro erbij enz.
Ben creatief qua inzetten en zorg ervoor dat de leerlingen goed in het ritme opgaan.
Extra uitbreidingen in speelmanier:
- Speel met grote dynamische verschillen. (Geef de dynamiek aan op je arm bijv.) dit kan tutti of per partij apart.
- Kijk of je kunt variëren in tempo.
- Voeg accenten toe op bepaalde plekken.
- Creëer een “break” van vier tellen aan het eind van het schema naar eigen inzicht. Na die vier tellen vallen de leerlingen weer in.
Bij het bespelen van Percussie instrumenten zijn er een aantal punten en regels om in de gaten te houden:
1. Klassikaal spelen: Tegelijk beginnen en tegelijk eindigen. De docent heeft hierin de functie van dirigent en telt af wanneer het begint. Dat betekent dat het stil is als je begint met aftellen.
2. Ga verstandig om met de instrumenten. Instrumenten zijn dure stukken dus ben er zuinig mee.
3. Help elkaar als daar om gevraagd wordt. Hiermee stimuleer je het sociaal constructivistische leren.
4. Spreek een duidelijk stilte teken af voorafgaand aan de les.
Bronvermelding:
Geerts, W., & van Kralingen, R. (2016). Handboek voor leraren. Uitgeverij Coutinho